Blue zag dat ze bij de mountans aren aangekomen. Ze lette niet op haar vader die mischien achter haal liep, maar rende gelijk de mountans in. Blue keek omhoog en zag vreemde grote volgels vliegen. Ze kringelde rondjes boven haar. Ze werd er benauwt van. Opeens rees er een klauw uit de lucht die blue nog maar net kon ontwijken. Blue sprong woest op, en griste de vogel uit de lucht. de vogel stortte in een ravijn. Blue stond op het randje van het ravijn. Ze gleed uit, en belandde met een plof op een uitstekende rotspunt. Ze keek naar boven, en zag dat de rand niet ver van haar was verweiderd. Blue strekte zich uit maar kon net niet bij de rand. Bah! schold ze.waarom overkomt mij dat! Blue probeerde zich hopeloos vast te klemmen aan de rotspunt, die steeds sneller afbrokkelde.